“We weten dat we alles gedaan hebben wat we konden. Zonder de medewerkers van Nieuw Rijsenburgh was het niet gelukt om het virus in te dammen."
Wiltine van Houselt werd samen met een collega aangesteld tot crisiscoördinator van Nieuw Rijsenburgh. Eilanden-Nieuws ging met haar in gesprek en publiceerde 15 mei haar verhaal in de krant.
“Het werk veranderde na de eerste besmetting echt volledig. Je neemt iedere dag deel aan verschillende crisisoverleggen en probeert zo goed mogelijk te handelen. In het begin durf je geen dag vooruit te kijken omdat de situatie zo onvoorspelbaar is."
Al voor de eerste geconstateerde besmetting was men in Nieuw Rijsenburgh bezig met het coronavirus en wat er moest gebeuren in het geval van een uitbraak. “Zo hadden we ervoor gezorgd dat er tijdig isolatiematerialen waren, zodat we niet tekort zouden komen. Maar niemand had verwacht dat het zo zou gaan. Zeker aan het begin loop je heel erg achter de feiten aan. De wet- en regelgeving verandert continue en er moet ontzettend veel gebeuren. Als er nieuwe maatregelen komen aangaande isolatie, moet dat in één dag uitgerold worden over 300 bewoners en veel personeel."
Rigoureuze beslissingen
“Doordat de uitbraak al aan het begin van de coronacrisis was, liepen wij eigenlijk op de zaken vooruit. Minister De Jonge sloot verpleeghuizen voor bezoekers, terwijl wij dat al hadden gedaan. De focus was volledig gericht op het inperken van het aantal besmettingen. Je weet niet wat je overkomt als het virus steeds verder om zich heen grijpt. We hebben rigoureuze beslissingen moeten nemen: geen bezoek meer, mensen mogen niet meer van hun kamer af. Uiteraard moest ook familie worden ingelicht."
“Dit waren hele ingrijpende beslissingen, waar we dag en nacht mee bezig waren. We moesten onze cliënten en het personeel zoveel mogelijk beschermen. De moed zinkt je dan in de schoenen als er de dag daarna weer meer besmettingen zijn, en daarna wéér. Je weet dat het logisch is omdat je met de incubatietijd van het virus zit, maar je vraagt je wel af: wanneer stopt dit?"
Kritische grens
“Je voelt je enorm verantwoordelijk en voelt de zwaarte van je beslissingen. We besloten om groepen te maken: ‘schone’ groepen, maar ook besmetten bij besmetten en verdachten en verdachten bij elkaar op een groep. Dat heeft een enorme impact op cliënten, verplegend personeel en geliefden. Het weghalen van dementerende ouderen uit hun vertrouwde omgeving is bijvoorbeeld een loodzware beslissing. Er was veel twijfel en onzekerheid en je vraagt jezelf constant af waar je goed aan doet."
“Daarnaast weet je: als er na veertien dagen nog steeds nieuwe besmettingen bijkomen, ligt dat aan ons. Dan is de incubatietijd voorbij en doen we blijkbaar iets niet goed als er nieuwe gevallen bijkomen. Dus dat was de kritische grens. We keken erg uit naar dat moment, want vanaf dan zou het minder moeten worden. Anderzijds wisten we ook dat we álles hebben gedaan wat mogelijk was. Meer dan dat konden we niet doen. Gelukkig zag je inderdaad dat er op den duur geen nieuwe besmettingen meer bijkwamen. De kentering was gekomen."
200 procent inzet
Van Houselt noemt het de meest zware periode in haar werkzame leven ooit. “Je wordt geconfronteerd met het leed van patiënten en medewerkers. Zeker ook voor de laatsten is het ontzettend heftig geweest. Desondanks hebben ze zich allemaal voor 200 procent ingezet en alles gedaan in het belang van de kwetsbare ouderen.’’
Om het personeel te helpen alles emotioneel te verwerken, zijn er nazorgteams ingesteld. Hier kunnen medewerkers terecht met hun verhaal en steunen we elkaar. “Het verwerken van alle gebeurtenissen is heel belangrijk.’’
Inmiddels lijkt het weer beter te gaan in Nederland en ook in Nieuw Rijsenburgh zijn er de laatste weken nauwelijks nieuwe gevallen van corona. “Hoewel we uit het centrum van de crisis weg zijn, blijven we voorzichtig. Natuurlijk willen we graag weer de zorg leveren zoals wij gewend zijn, maar we willen eerst kijken naar de mogelijke effecten daarvan. Ook de langzame lijn omhoog vergt veel. Alles moet uitgedacht worden. De acute crisis is voorbij, maar het werk als gevolg ervan niet."
Praatplaatsjes
Daarom is er nog geen bezoek mogelijk, met uitzondering voor de mensen die op sterven liggen of waarvoor het absoluut medisch noodzakelijk is. “Op dit moment vinden er testen met een voorzichtige bezoekregeling plaats in verschillende verpleeghuizen in Nederland. We wachten de resultaten daarvan af, maar zijn ook al een bezoekersregeling voorde CuraMare-locaties aan het uitwerken. Daarnaast staan er op het terrein van Nieuw Rijsenburgh drie grote tenten, die dienen als praatplaatsjes. Mensen kunnen daar op een vastgesteld tijdstip hun geliefden veilig ontmoeten."
Wanneer mensen weer bezoek mogen ontvangen, durft Van Houselt nog niet te zeggen. “Ik denk dat de situatie pas weer helemaal terug kan naar normaal als er een vaccin is. Ik verwacht dat we nog lang onder bepaalde beperkingen moeten werken. Maar ik denk wel dat er op den duur een balans komt. Dat we niet alleen kijken naar corona, maar ook nog meer naar het welbevinden van de cliënten. En sociale contacten zijn voor dat laatste erg belangrijk."
Adrenaline
Langzamerhand worden de maatregelen versoepeld. “Op de afdelingen die ‘schoon’ zijn, en dat zijn ze nu bijna allemaal, mag nu contact plaatsvinden in de algemene ruimte tussen maximaal drie bewoners plus begeleiding. Daarnaast mogen mensen onder begeleiding een rondje lopen over het terrein. Dus zo proberen we het voorzichtig op te bouwen. Maar ze kunnen nog niet naar de supermarkt bijvoorbeeld."
Hoe heeft Van Houselt persoonlijk de afgelopen periode beleefd? “Heel dubbel. Enerzijds ga je in een soort crisismodus. Je hebt veel adrenaline waardoor je veel werk kunt verzetten. Anderzijds is het emotioneel ook heel zwaar. Als je thuis of vrij bent, komt het enorm op je af. Dan komt het pas binnen hoe heftig het allemaal is. Gelukkig zijn we nu in wat rustiger vaarwater. We proberen goed op elkaar te letten en de normale werktijden aan te houden, na wekenlang hard in touw te zijn geweest."
Tijdelijk abnormaal
“Ik zou mezelf wel omschrijven als een optimistisch mens. Er komt ook een tijd ná corona. Ik kan heel slecht tegen het ‘nieuwe normaal’. Nee, het is een ‘tijdelijk abnormaal’ en hoop dat we weer in het ‘oude normaal’ komen. Wel hoop ik dat we de goede dingen meenemen: een stuk bewustwording bijvoorbeeld. Daarnaast ben ik benieuwd naar de impact op de samenleving. Maar ik weet één ding: zonder de medewerkers van Nieuw Rijsenburgh was het niet gelukt om het virus in te dammen. Zij hebben het zwaar te verduren gehad. Daar heb ik enorm veel respect voor en de saamhorigheid onderling is mooi om te zien. Zo gaan we in vertrouwen de toekomst tegemoet."
(Bron: Eilanden-Nieuws, 15 mei 2020)